woensdag 1 juni 2011

Met de botte bijl

Het viel te verwachten, want het was een groot succes. Gestart als experiment en vervolgens grootschalig toegepast omdat het èn kosten bespaart èn betere resultaten geeft: een paar uur hulp op maat aan huis is goedkoper dan opname in een dure instelling, dat snapt uw neefje van 10 ook wel.

Het PersoonsGebonden Budget, daar hebben we het over - werd vandaag afgeserveerd door staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (CDA) van Volksgezondheid in haar visie op de AWBZ.

De regeling die ervoor zorgt dat velen niet behoeven te worden opgenomen in een - veel te dure, inefficiënte - zorginstelling gaat aan z'n eigen succes ten onder. Logisch ook. Want waar eerst een centraal orgaan de aanvragen beoordeelde en de budgetten verdeelde wordt één en ander nu versnipperd behandeld door vele gemeentelijke diensten die een accurate uitvoering frustreren en onnodig ingewikkeld en duur maken.

Kon men vroeger een vrij eenvoudige aanvraag indienen, tegenwoordig behoef je een 'zorgmakelaar' om je wegwijs te laten maken in het doolhof van uitvoeringsorganen en -regels. Opeenvolgende kabinetten willen ons steeds doen geloven dat het onze schuld is - die van de burger - waarom er steeds bezuinigd moet worden en alle publieke sectoren in de uitverkoop moeten worden gedaan. We zouden een te groot beroep doen op die overheid.

Het is echter de bureaucratie zelf dat het waterhoofd van de samenleving vormt. Energiebedrijven moesten geprivatiseerd worden en gaan concurreren - de burger moest een keuze hebben. Vervolgens werden er zoveel regels rond levering en distributie bedacht dat de markt verstopt zit, onnodig ingewikkeld en oneerlijk is dat je een 'energiemakelaar' nodig hebt om de juiste keuze te kunnen maken en om de fouten in de rekeningen te kunnen ontdekken. Ik had er afgelopen week één over de vloer.

Of neem de pensioenwetgeving. De AOW afbouwen (te duur), iedereen verplichten zich bij te verzekeren, maar fatsoenlijke regels opstellen of toezicht houden op wat er vervolgens met ons bijeengebrachte geld wordt gedaan ho maar! Niet de verzekeraars maar de verzekerden (werknemers en werkgevers) krijgen de risico's van tegenvallende resultaten, of verkeerde prognoses te verwerken. In het geval van meevallers en 'vette' jaren gaat de winst natuurlijk wèl naar de verzekeraar.