zondag 17 juli 2011

Sprong naar het Westen



Marco Polo vermeldt terloops in zijn verhaal dat hij voor de Grootkhan drie jaar gouverneur van Yangzhou is geweest, hij inde er ook de zoutbelasting. Daarnaast maakte hij als vertrouweling van de Khan diverse reizen door het Verre Oosten.

Kubilai Khan had goed begrepen dat hij bij het besturen van zijn wereldrijk zoveel mogelijk hulp kon gebruiken als hij krijgen kon. De Mongoliërs importeerden al kennis en kunde via krijggevangenen, een voorbeeld daarvan is de Franse edelsmid Guillaume Boucher die voor het paleis van Möngke Khan in Karkoram een wonderlijke fontijn maakte.

De Genghis-dynastie was ook de Nestoriaanse Christenen welgezind, omdat moeders en vrouwen van de Khans zich tot het geloof bekeerd hadden. Er wordt zelfs gesproken over een Pax Mongolia en een Mongoolse renaissance onder Kubilai. Hij maakte geen onderscheid tussen de verschillende religies in zijn rijk en bevorderde een vrije uitwisseling van kennis, ideeën en gedachten. De status die Marco Polo verwerft aan het hof past daar zeer wel bij.

Toen ik mijn eerste zoekwoord in Google intikte op zoek naar informatie en reisliteratuur over Mongolië stuitte ik vrijwel direct op de boeken van Tjalling Halbertsma. Tot mijn verrassing bleek Halbertsma als een hedendaagse Marco Polo niet alleen veelvuldig het Verre Oosten te bereizen, maar ook nog adviseur van de huidige 'Khan', Nambaryn Enkhbayar, minister-president in de periode 2000-2005.

De 4 boeken van Halbertsma die ik inmiddels bezit lezen als een trein door een mooie combinatie van persoonlijke reisverhalen met achtergrondinformatie over het land en de geschiedenis. Als rode draad loopt er steeds de reis van Rabban Sauma doorheen. Rabban Sauma is een soort tegenligger van Marco Polo en de Chinese ontdekker van Europa. Hij reist namelijk in dezelfde periode maar in tegengestelde richting van Peking, via Bagdad, naar Rome, Genua en Parijs.

Rabban Sauma en zijn metgezel Mar Markos zijn beide Nestoriaanse Christenen en hun reisdoel is eigenlijk Jeruzalem. Door het tumult van de kruistochten is Jerusalem echter onbereisbaar. Ze belanden in Bagdad alwaar Mar Markos in 1281 tot patriarch Yaballaha III wordt verkozen. Rabban Sauma zal later doorreizen naar Europa, maar nu met een diplomatieke missie. Hij moet onderzoeken of er een verbond gevormd kan worden tussen het Chinees-Mongoolse rijk en Europa - tussen de Khan en de Paus - om gezamelijk de snel groeiende Islamitische rijken in het Midden Oosten te kunnen verslaan. Sauma ontmoet daadwerkelijk de Paus in Rome en ok de Franse en Engelse koningen, maar keert terug zonder concrete toezeggingen m.b.t. een alliantie tussen oost en west.

Halbertsma suggereert de mogelijkheid dat Rabban Sauma en Marco Polo elkaar op een Italiaans terras tegen hadden kunnen komen. Waarbij Sauma aan Polo onder het genot van een karafje Chianti het verhaal van zijn reis verteld...

donderdag 14 juli 2011

Onzichtbare steden



Nog een boek waarin Marco Polo en Kublai Khan een hoofdrol vertolken: "De onzichtbare steden" van Italo Calvino.

" Het is niet gezegd dat Kublai Kan alles gelooft wat Marco Polo zegt als hij hem de steden beschrijft die hij op zijn onderzoekingstochten heeft bezocht, maar de keizer der Tartaren blijft zeker met meer nieuwsgierigheid en aandacht naar de jonge Venetiaan luisteren, dan naar enige andere bode of verkenner."

Ook Kublai Khan èn Calvino zinspelen op een groot aandeel van de fantasie in de verhalen van Marco Polo. Er wordt gezegd dat de 55 beschrijvingen van steden die in het boek staan eigenlijk de verschillende aspecten van één stad (Venetië, Marco's geboortestad ?) belichten. De beschrijvingen van de steden worden afgewisseld met filosofisch getinte dialogen tussen Marco en de Khan. Zo vraagt de Khan aan Marco:
"'Reis jij om je verleden opnieuw te beleven?' [...een vraag...] die ook zo geformuleerd had kunnen worden: 'Reis je om je toekomst terug te vinden?'  En het antwoord van Marco: '[...] Een reiziger herkent het weinige dat van hem is door het vele te ontdekken dat hij niet gehad heeft en nooit zal hebben.' "

Het boek besluit met:
"[...] Polo: 'De hel van de levenden is niet iets wat zal zijn; als er een is, dan is het de hel die hier al is, de hel die wij dag in dag uit bewonen, die we vormen door onze samenleving. Er zijn twee manieren om er niet onder te lijden. De eerste valt velen makkelijk: de hel aanvaarden en er deel van gaan uitmaken tot je op het punt bent gekomen dat je hem niet meer ziet. De tweede is riskant en vereist ononderbroken aandacht en studie: zoeken en weten te herkennen wie en wat er, te midden van de hel, geen hel is, dat laten voortduren, en er ruimte aan geven.' "

Al surfend op het net om een passende illustratie te vinden, want mijn eigen exemplaar van het boek heeft geen tot de verbeelding sprekende omslag, kwam ik op http://onzichtbaresteden.nl/ waar door kunstenaars vervaardigde prenten te vinden zijn, voor elke door Marco beschreven stad.

Tot slot vind ik het zelf opmerkelijk dat Calvino Marco 'onzichtbare steden' laat beschrijven aan een vorst afkomstig van een volk dat feitelijk geen steden kende. De Mongoolse ruiters van de gouden horde waren en zijn  nomaden, die met hun ronde vilten gers het grazende vee volgen. Pas de voorganger van Kublai, Möngke Khan, bouwt een (stenen) hoofdstad: Karkoram. In de tijd van Genghis Khan, nog amper twee generaties eerder, bevond de hoofdstad van het rijk zich waar de tent van de Khan op dat moment stond. Een paleistent, op wielen weliswaar voortgetrokken door ossen of yaks, de eerste woonwagen zoals te zien op de biljetten van 500 Togrog.


En zelfs nu zijn er in de hoofdstad Ulaanbaatar nog hele ger-wijken, de traditionele vilten tent blijkt beter geschikt voor de extreme winter dan goedkope moderne huizen van hout of steen.

dinsdag 12 juli 2011

Wahrheit und Dichtung


Waar tegenwoordig wordt getwijfeld aan de echtheid van Marco Polo's reizen en zijn reisverslag, daar zijn Wahrheit und Dichtung bij Umberto Eco natuurlijk in goede handen. Deze meester op het grensvlak van feit en fictie laat in de roman "Baudolino" de gelijknamige hoofdpersoon ook richting Mongolië afreizen.

De uit het schimmige en altijd mistige Italiaanse Piemonte afkomstige Baudolino raakt in het gevolg van keizer Frederik Barbarossa verzeild in de vierde kruistocht (1202-1204) en de daarop volgende plundering van Constantinopel door de 'vrome' pelgrims. Hij beleeft tal van avonturen, maar het belangrijkste behelst de zoektocht naar de Presbyter Johannes, een legendarisch Christelijk heerser in het Verre Oosten, waar hij tijdens zijn studietijd in Parijs over heeft gehoord.

Deze Presbyter Johannes, ook bekend als Pape Jan of Prester John, zou een rijk bezitten dicht bij het paradijs en het geheim kennen van het eeuwige leven. Omdat Baudolino en zijn vrienden daar wel naar op zoek willen fabriceren ze een brief zogenaamd afkomstig van Presbyter Johannes aan de keizer, waarin het rijk en de rijkdom van Johannes breed worden uitgemeten. Baudolino en kornuiten proberen zo de keizer ertoe te overtuigen een expeditie te financieren om het rijk van Presbyter Johannes te ontdekken.

De brief die Baudolino c.s. verzinnen bestaat echt, in 200 diverse middeleeuwse handschriften en later ook in wel 14 gedrukte versies. Ook Marco Polo maakt in zijn reisverslag melding van het rijk van Presbyter Johannes en situeert het ergens in Mongolië. Marco Polo en Van Ruysbroeck komen beide ook Christenen tegen tot in de verste uithoeken van China.

Het betreft Nestorianen, een afsplitsing van het Christendom na het schisma van Efeze (431 n.Chr.). De volgelingen van Nestorius geloven dat Jezus zowel mens als God was op Aarde. De Nestoriaanse gedachte leeft nog onder de leden van de Kerk van het Oosten, die vandaag de dag nog voornamelijk aanhangers heeft in Syrië. Er is ook daadwerkelijk een christelijk heerser geweest in Binnen-Mongolië (tegenwoordig een autonome provincie van China) en langs de zijderoute zijn diverse archeologische vondsten bekend die wijzen naar Nestorianen in de periode tussen 700 en 1400 na Chr.


Op hun zoektocht naar het rijk van Presbyter Johannes, dat ze overigens niet vinden, ontmoeten de vrienden wel talloze andere mythische en legendarische figuren: de antipoden, met één gigantische voet; mensen zonder hoofd; met hondenkoppen; etc. Het is een verzameling anomaliën, zoals we die ook vinden in Plinius' beschrijving van de wereld, de "Hypnerotomachia Polyphili" en in Gene Roddenberry's "Startrek".

Wonderen van de Oriënt

Bij de voorbereidingen voor mijn reisje naar Mongolië hoort vanzelfsprekend wat inlezen. Een mooie gelegenheid om de 'Bibliotheca' weer eens aan te vullen met wat nieuwe titels. De eerste is "Il Millione", het reisverslag van Marco Polo uit 1298. Volgens het verhaal reisde Marco, samen met zijn vader en oom, over land dwars door Azië naar de zomeresidentie van Kublai Khan in Cambalu (Shangdu). Hij bezocht vele provincies in Zuid-Oost Azië en reisde buitenom (over zee) terug tot Hormoez en vervolgens via het Midden-Oosten weer terug naar Italië.

Ten tijde van Marco's reizen was het Mongoolse rijk op de top van zijn macht. Het rijk van Kublai Khan, gesticht door zijn grootvader de fameuze Genghis Khan, strekte zich inmiddels uit over heel Azië ten noorden van de Himalaya, grote delen van Indië, Perzië en het Midden-Oosten. Het is vermoedelijk het grootste rijk uit de geschiedenis en de Mongolen stonden reeds aan de poorten van Europa.

Al in 1241 stonden de Mongoolse ruiters aan de Donau. Zij hadden reeds bloedbaden aangericht in Polen en Hongarije en stonden op het punt Europa binnen te vallen, toen plots de aanval werd stopgezet. Alle aanvoerders werden teruggeroepen omdat de toenmalige grootkhan Ogedei, een zoon van Genghis was gestorven.

Genghis Khan (1206-1227) verenigde de Mongoolse ruitervolken en vormde de basis voor een rijk dat éénvijfde van de wereld zou beslaan. Onder Ögedei Khan (1229-1241) en Güyük Khan (1246-1248)werd het rijk verder uitgebouwd. Möngke Khan (1251-1259) zou de eerste hoofdstad laten bouwen, Karakoram in Mongolië, en de administratie binnen het rijk verbeteren.

Kublai Khan (1260-1271) de jongere broer van Möngke zou de stichter worden van de Chinese Yuan-dynastie, hij verplaatste de hoofdstad vanuit Mongolië naar Khan Balek in China, dat de oorsprong vormt van het huidige Peking. Kublai bleef Khan voor de Mongolen maar werd nu ook keizer van China.

Marco Polo staat bekend als één der eerste ontdekkingsreizigers, daarnaast zou hij de pasta (spaghetti) naar Italië hebben gebracht. Maar tegenwoordig wordt eraan getwijfeld of Marco wel echt in China is geweest, omdat er bijv. in China nergens iets over zijn bezoek is vermeld terwijl andere vroege westerse reizigers wèl genoemd worden - zoals de Vlaming Van Ruysbroeck (1251). Polo zou niet verder zijn gekomen dan het Midden-Oosten of Perzië, z'n 'reisverslag' zou een verzameling zijn van wat hij van anderen heeft vernomen aangevuld met z'n eigen fantasie.

zondag 10 juli 2011

mini Naadam festival

Ter voorbereiding op m'n reis naar Mongolië binnenkort bezocht ik vandaag het Naadam feest om de hoek. Oorspronkelijk was het een religieus festival, maar nu herdenkt het de revolutie in 1921 toen Mongolië zichzelf onafhankelijk verklaarde. Het festival wordt ook wel het "Eriin Gurvan Naadam," (эрийн гурван наадам) genoemd, dat "de drie mannelijke spelen" betekent. De spelen zijn Mongools worstelen, paardenraces en boogschieten.