vrijdag 22 mei 2020

"Als de wet wordt vernietigd, verdwijnt het kwaad."


 Het citaat is afkomstig uit het boek, 'Paulus, de dichter Gods', door Teixeira de Pascoaes, Amsterdam, 1949, p.190.
Het is een dichterlijk, filosofische levensbeschrijving van de apostel Paulus, waarin Pascoaes Paulus beschrijft als vertegenwoordiger van de nieuwe christelijke religie, gebaseerd op geloof, hoop en liefde. Geloof in Christus als de Verlosser, hoop op betere tijden (in het hiernamaals) en de liefde van Christus, voor Christus en voor andere mensen. Pascoaes stelt het nieuwe geloof van Paulus tegenover de bestaande joodse religieuze traditie, die sterk gebonden is aan regels en wetten, denk aan de stenen tafelen van Mozes. De volgelingen van Jezus en zijn apostelen namen het niet zo nauw met de oude joodse wetten, al was het maar omdat ook onder andere volkeren bekeerlingen werden gezocht.

De oude toornige Jahwe is met de Joden een verbond aangegaan op basis van regels en wetten, die de mens begeleiden op zijn levensweg en het kwaad moeten beteugelen.
Een leven volgens de wet moet de godheid gunstig stemmen. Maar door te formuleren wat goed is volgens de regels, ontstaat vanzelf het kwaad. De dag krijgt pas betekenins als er ook een nacht bestaat. Zonder norm is alles zichzelf, is een handeling, of een mens, niet goed of slecht maar slechts zichzelf. Als de wet wordt vernietigd, vervalt dit onderscheid en daarmee verdwijnt ook het kwaad. Een mooie gedachte die mij doet denken aan filosofische gedachten over het anarchisme van Bakoenin. De enige regel of 'wet' die daar geldt is vrijheid, alleen houdt jouw vrijheid wel op waar die de vrijheid van een ander bedreigt. Op die grens ontstaan natuurlijk conflicten. De mogelijkheid die conflicten naar ieders tevredenheid op te lossen vormt de sleutel tot een volmaakte samenleving.

Enkele weken geleden, ik had het boek van Pascoaes nog maar net uit, zag ik een aflevering van 'Dreamschool' waarin één van de gastdocenten, een officier van justitie, de leerlingen een stelling voorlegde waarbij ik meteen riep: "Ho vader, daar vlieg je uit de bocht".
Hij stelde namelijk dat je als gebruiker van drugs medeplichtig bent aan de misstanden en criminele acties in de illegale drugwereld. Want door de simpele wet van vraag en aanbod creëer je met je vraag een aanbod. De leerlingen gingen tot mijn verbazing nog erg ver met de redenering van de docent mee. Want ja, omdat er vraag naar is valt er behoorlijk wat mee te verdienen, worden mensen verleid mee te doen en van het één komt het ander. Ze voelden zich wel aangesproken, maar zonder hun blowtje, dat was toch ook ondenkbaar. Je hoorde en zag het knarsen en schuren, maar het winstpunt was al bijgeschreven door de docent, dus door naar het volgende onderdeel zonder èchte discussie.

Jammer, want er valt nog zoveel over te zeggen. Ten eerste is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Dus als de producent van het XTC-pilletje zijn chemisch afval dumpt is dat zijn verantwoordelijkheid, niet die van het meisje dat een pilletje slikt op een festival. Als een cocaïnebende gruwelijke moordpartijen begaat in de concurrentie met andere bendes valt dat de bendeleden aan te rekenen, niet de overstresste advocaat merkenrecht die met een lijntje coke de dag probeert door te komen.

De gebruiker van koffie, cacao, suiker, olie, textiel of mineralen, ook producten met een risico voor de gezondheid en tal van ongewenste neveneffecten in de samenleving, kan nog kiezen. Hij kan met zijn vraag nog een klein beetje sturen in het aanbod. Toch worden deze gebruikers door de overheid niet aangesproken op hun medeplichtigheid aan criminele of in ieder geval schadelijke gevolgen van hun  consumptievraag.

De genoemde stelling van de officier van justitie houdt dus alleen steek als je vasthoudt aan een aantal onderliggende uitgangspunten  die wel degelijk ter discussie zouden moeten staan. Waarom zijn bijvoorbeeld alle drugs illegaal, behalve dan alcohol en drugs op medisch recept (bijv. psychofarmaca). Tabak is een randgevalletje aan het worden maar verder van paddenstoel tot pilletje, van wiet tot coke, het is verboden waar. Ook bij incidenteel en recreatief gebruik.

Ik snap dat het gebruik van drugs, als dat gebruik overmatig of ongecontroleerd is, negatieve effecten kan hebben op de gezondheid van de gebruiker en op zijn functioneren in de maatschappij. Veel genotsmiddelen hebben een verslavende werking, waardoor de gebruiker steeds vaker en in steeds grotere dosering behoefte heeft aan zijn drug. Ook dit levert problemen op voor de gebruiker èn de samenleving als geheel. Een zekere beperking en controle is dus gewenst. Daarom zien we dat in veel samenlevingen die wij 'primitief' noemen het gebruik van drugs of stimulerende middelen ritueel gebonden is; specifieke momenten of gebeurtenissen zijn daarvoor geschikt of aangewezen. Onze eigen samenleving daarentegen kent nog maar weinig van deze regulerende rituelen, het is alle dagen feest. Niet iedereen kan goed met die vrijblijvendheid omgaan, zeker niet zij die in een uitzichtloze situatie verkeren of die door tegenslag daarin dreigen te verzeilen.

Maar controleren en reguleren is wat anders dan rigoureus verbieden. De 'drooglegging' van de Verenigde Staten begin vorige eeuw was een poging het gebruik van alcohol aan banden te leggen. Het verbod op alcohol heeft weinig bijgedragen aan een vermindering van de consumptie ervan, maar wel aan het ontstaan van veel criminaliteit en het eerste illegale drugskartel.

Dus als we het nu eens anders aanpakken. De wet vernietigen. Verdwijnt dan alle kwaad?
Ik denk dat we met de legalisering van drugs een heel eind komen. Productie en handel worden normale bedrijfsactiviteiten, de prijzen zullen dalen. De risicopremie voor illegaal en gevaarlijk werk vervalt, waardoor ook de aantrekkingskracht van 'snel geld' vervalt, de drugskoerier wordt een reguliere pakketbezorger. Ook de gebruiker hoeft zich niet meer in het criminele circuit te begeven en krijgt te maken met lagere prijzen. Dat heeft weer een gunstig effect op de kleine criminaliteit.

Alle problemen gaan we er natuurlijk niet mee oplossen. De legale handel in suiker en vet bijvoorbeeld doet er alles aan om ons verslaafd te maken (en te houden) aan hun producten. Het ligt voor de hand dat de legale drugsdealer hun voorbeeld zal volgen. Tenzij we eindelijk eens die perverse prikkels uit het systeem kunnen bannen die het rupsje nooit genoeg in ons voeden en ervoor zorgen dat we alleen maar streven naar meer, meer, meer. Prikkels die ons laten geloven dat te veel beter is dan genoeg en welvaart stellen boven welzijn, geld boven geluk. En die prikkels komen wel voort uit de wet. Aan de allereerste en enige wet, die van de appel, kon de mens zich al niet houden en verloor zijn plek in het paradijs. Inmiddels heeft hij er zelf een doolhof aan regels en wetten bij verzonnen, het kwaad is er niet mee beteugeld. Misschien toch maar helemaal afschaffen.













woensdag 15 april 2020

Moment voor jezelf, moment voor Corona.

In de tijd dat de barista nog gewoon een italiaanse barman was dronk voltallig Nederland nog niets anders dan slow-coffee, met de hand gezet in een Melitta-filter met koffie van Douwe Egberts, Van Nelle, Niemeijer of Kanis en Gunnink, eventueel versterkt met een schepje Buysman.

In die tijd dronken we helaas ook vrijwel alleen maar smakeloos fabriekspils, in ieder geval in de Randstad. In het Zuiden en Oosten van het land waren wat kleinere brouwerijen gevestigd, die smaakvoller bier brouwden, verder was het de paardenpis van Heineken, Amstel, Oranjeboom of Bavaria en zeker geen Corona.


In die tijd, de smartphone moest zelfs bij Startrek nog zijn intrede doen, dus lang vóór Senseo en Nespresso, toen Nèscafe nog niet synoniem was aan oploskoffie. In die tijd bestond er ook nog Moccona oploskoffie en met de slagzin daarvoor zit ik nu al een tijdje in m'n hoofd, ken je reclameklassiekers.

dinsdag 14 april 2020

Reis door mijn kamer


Afgelopen week zag ik een stukje van een programma met Floortje Dessing, onze nationale reismuts. In verband met de wereldwijde corona-paniek was het een 'aangepast programma' met tips hoe we de 'intelligent-lockdown' door kunnen komen.
Voor het eerste item had Floortje afgesproken op een lege Dam in Amsterdam met een filosofe. Het werd een warrig gesprek, wèl met anderhalve meter afstand gelukkig, o.a. over hoe anders de beleving van zo'n lege stad is; dat je ineens andere dingen ziet als al die andere mensen er niet zijn en dat je ook verhalen kunt vertellen en emotie beleven zonder veel mensen om je heen en zo nog wat open deuren.
Niet doen, dacht ik meteen. Als iedereen op die manier van de leegte gaat genieten is er geen leegte meer, wordt de lockdown een startup. Zeker in deze tijd een erg slecht voorbeeld! En dat terwijl je die leegte normaal iedere dag kunt beleven in de vroege uren voordat de stad 's morgens weer tot leven komt, 's zomers is het dan al lang licht maar er is nog geen kip op straat zolang horeca en winkels nog zijn gesloten.

In het tweede item maakten we kennis met een gezin dat normaal ook al in isolatie leeft op een forteiland onder de rook van Amsterdam: Hoe doen ze dat en wat konden we er van opsteken? Ik zal u zeggen NIETS! Floortje had zich de gevaarlijke trip kunnen besparen, maar ja reizen zit 'r in het bloed zullen we maar zeggen. Die isolatie viel namelijk nogal mee. Met een bootje ben je binnen het halfuur aan de vaste wal, er worden boodschappen gedaan in de stad en de kinderen gaan daar ook naar school. Het eiland wordt minstens eenmaal per dag aangedaan door een veerdienst en het gezin runt ook nog eens een restaurant op het eiland, zodat ze normaal iedere dag tientallen tot misschien wel honderden bezoekers ontvangen. O.k. je moet je boodschappen wat beter plannen en de drinkwatervoorraad is beperkt tot wat de veerboot dagelijks aanvoert. Maar je woont dan wel zelfgekozen op een eiland met een heel fort en volop buitenruimte! Vergelijk dat eens met iemand 3-hoog-achter in een 2-kamerwoning in de stad, die strikt genomen niet naar het park mag. Ook al geen echte lockdown-tip dus na dit item had ik het wel gezien...

Ik moest denken aan het titelverhaal "Reis door mijn kamer" van Maarten Biesheuvel, waarin hij ons bladzijdenlang meeneemt in zijn herinneringen aan personen, plaatsen en gebeurtenissen aan de hand van de objecten die zich in zijn werkkamer bevinden. Dat is nou eens een echte lockdown-reistip!

maandag 6 april 2020

Coronavogel

Dat hebben wij weer. Er blijkt een Corona-vogel gespot in de buurt.
Al dagenlang trekken gewapende hordes, met verrekijker en telelens door de straat.







En afstand houden ho maar. Mevrouw de Rookvogelwachter heeft uit betrouwbare bron vernomen dat het hier niet zomaar een ordinaire schijt- of beflijster betreft, maar een hoogst zeldzame dwaalgast, de Siberische zwartnek (Geokichla sibirica).


Ik heb er nu ook een beeld bij wanneer er over onze buurt wordt gesproken als zijnde een 'Vogelaarwijk'.

maandag 16 maart 2020

Schnabel von Rauch


Na bijna vier jaar kan het niet anders - met zo'n achtergrondillustratie - er moest een rookvogelbericht uit nu de situatie hoe je het wendt of keert toch serieus uit de hand dreigt te lopen.

Oude tijden herleven, de geschiedenis herhaalt zich. Net als ooit de pest (Yersinia pestis) komt ook het coronavirus (COVID-19) vanuit het Oosten via Italië in Europa.

Er wordt nog getwijfeld tussen een overschat griepje en een echte pestilente pandemie, maar het openbare leven is reeds behoorlijk ontwricht. Onderwijs, horeca, sociale activiteiten liggen stil. Velen werken thuis, sommige bedrijvigheid zal helemaal tot stilstand komen de komende periode.

Maar heeft dit nu medische of sociale oorzaken? De 'sociale media'-verslaving waar velen in de huidige tijd onder lijden doet er in ieder geval geen goed aan. Ja, we zijn snel geïnformeerd, maar zijn we ook goed geïnformeerd? Of hypen we allemaal slechts een vorm van nepnieuws. Is er sprake van een reële dreiging of van massahysterie? Het zal nog lang duren voor daarover het laatste woord is gesproken.

Ik vroeg me al af of Nostradamus er niet iets over had voorspeld. "Nostradamus, die kon heel goed voorspellen, maar daar had hij soms geen zin in, in z'n strakke groene broek, die stond 'm goed, die groene broek." Maar gelukkig, de eerste duidingen van een aantal "ter zake doende" kwatrijnen zijn al verschenen: